Laten we Doorgaan


In mijn leven kom ik dikwijls op een punt waarop ik voel dat ik niet vooruitkom, maar eerder ter plekke blijf trappelen of zelfs achteruitga. Dit gebeurt meestal als het pad te steil wordt, te lang of wanneer het einde maar niet in zicht wil komen.

Zo ook komen we in ons spiritueel leven op een moment waarop we zo hard ontmoedigd, verdwaald, vermoeid of gefrustreerd geraken dat we geen zin meer hebben om voort te doen. De verleiding om bij de pakken te gaan zitten, of om te draaien, gaat overheersen. Je herinnert je nog wel dat de kinderen van Israël zich dikwijls ook zo voelden in de woestijn. Zelfs Petrus besliste om na de Kruisiging opnieuw te gaan vissen. Ontmoediging overvalt ons allemaal. Kun je de verslagenheid in Paulus' stem horen toen hij schreef: “dat allen in Asia zich van mij hebben afgekeerd…” (2Tim.1:15)? Het klassieke voorbeeld van wanhoop is voorzeker Elia – nadat hij vuur en stortregen uit de hemel had gebracht (1Kon. 19:3-10).

Het lijkt me dat ook Jezus minstens een aantal keren ontmoedigd werd. Herinner je hoe hij weende bij het graf van Lazarus, niet uit rouw voor Lazarus, maar door het ongeloof van hen die bij het graf stonden. Hij voelde voorzeker rouw en frustratie over Jeruzalem, die voortdurend God's pogingen voor een relatie afwezen en er eerder voor kozen om de profeten te doden. (Mat.23:30). En toen vele van zijn discipelen Jezus de rug toekeerden na Zijn rede in Galilea, keerde Hij zich tot de Twaalf en vroeg hen "Gij wilt toch ook niet weggaan?" (Joh. 6:67). Ik twijfel er niet aan dat hij toen de pijn van ontgoocheling en ontmoediging heeft gevoeld. Ontmoedigd geraken is geen zonde, maar het is de manier waarop we er mee omgaan, wat zal leiden naar overwinning of nederlaag.

Het eerste dat we moeten doen als we ontmoedigd geraken is een inventaris maken van de opties. Beknopt gezegd zijn dat: terugkeren, stoppen of verder gaan. Voor Israël bestond de keuze er blijkbaar steeds in om terug te keren naar Egypte. Zelfs aangekomen aan de grens van het Land pleitten ze er voor om terug te gaan naar hun vorige slavenmeesters. Maar terugkeren naar de gebondenheid van de zonde met al zijn leegheid en zinloosheid is geen goede optie. Iedereen die eerlijk is met zichzelf moet toegeven dat hoe moeilijk de weg ook is, de verslaving aan de zonde veel erger is. Als we terugkeren zullen we niet alleen moeten afrekenen met de gebondenheid van de doelloosheid van een leven zonder hoop. We zullen ook moeten leven met de schuld dat we ooit een beter leven hebben gekend, wat we hebben vergooid voor de voorbijgaande geneugten van de zonde.

Jezus zei: “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods..” (Lucas 9:62). Hebreeën 10:38-39 zegt: “…maar als hij nalatig wordt, dan heeft mijn ziel in hem geen welbehagen. Doch wij hebben niets vandoen met nalatigheid, die ten verderve leidt, doch met geloof, dat de ziel behoudt..” Denk aan de vrouw van Lot, die achterom keek en veranderde in een zoutpilaar. Laten we aldus besluiten dat terugkeren naar ons vorig doelloos gedrag géén optie is.

Een meer aantrekkelijke optie is gracieus uit de wedloop te stappen en opzij gaan staan. Ik zie voortdurend mensen deze optie nemen. Het begint met af en toe de samenkomst van de heiligen te verzuimen totdat hun geweten gewoon is geraakt aan het televisiekijken i.p.v. aan gemeenschap. Vervolgens wordt hun afwezigheid langduriger totdat ze zich te schuldig voelen om terug te gaan. Natuurlijk wordt tegelijkertijd hun gebedsleven en bijbellezen meer en meer sporadisch totdat ook dat afsterft. Niemand slaat die eerste samenkomst over met de intentie om af te vallen. De reden is steeds hetzelfde: "Ik heb even een onderbreking nodig". En het resultaat is ook altijd hetzelfde - permanente afwezigheid aan het huis des Heren, en aan Zijn aanwezigheid!

Een onderbreking van een minuut nemen in de dienst van de Here is geen optie. Vanaf het ogenblik dat we ophouden met te streven naar het doel van de opwaartse roeping, beginnen we af te glijden. Stilstaan leidt steeds tot achteruitgang. Stilstaan leidt tot neerzitten en neerzitten leidt tot slapen en slapen leidt naar de dood. We moeten vooruitgaan indien we geestelijk levend willen blijven. Het probleem is dat velen zijn misleid door te denken dat stilstaan niet erg of gevaarlijk is. Maar dat is het wel. Het is het ergste dat je kan doen.

Micha’s waarschuwing tot Juda geldt nog steeds vandaag: “Staat op en vertrekt, want dit is de plaats der ruste niet; doordat het land onrein is, brengt het verderf teweeg, ja, een voortwoekerend verderf."(Micha 2:10). Er is geen plaats in de wereld voor rust, hij wordt geteisterd door zonde en die zal eenieder vernietigen die probeert zijn thuis hier te maken. Onze enige hoop is door te gaan en vooruit te gaan zodat we de bezoedelingen van de wereld ontlopen (2Pet. 2:20).

De Bijbel schildert de weg naar het heil niet af als een zetel, een bed of een cruise. Maar eerder zoals een wedloop, een veldslag en een levensstijl. De enige weg om daar te geraken is te besluiten dat we geen andere optie hebben dan door te gaan, ongeacht de hoeveelheid pijn en hoe vermoeid we ons voelen. Het probleem is dat slechts enkelen op het punt zijn beland van besef dat ze geen andere optie hebben. Toen velen zich van Jezus hadden afgewend, richtte Jezus zich tot de Twaalf en vroeg hen of ze ook wilden weggaan? Maar Petrus antwoordde: "Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven." (Joh.6:68).  Vriend, er zijn geen andere opties. Alleen Jezus heeft de woorden van eeuwig leven. Waarom hernieuw je jouw besluit niet vandaag door te zeggen: “laten wij… ons richten op het volkomene." (Hebr. 6:1).

Mag ik jou smeken om op te staan en deze woorden te zeggen samen met Paulus: “Maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ik ook door Jezus Christus gegrepen ben. Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.". (Fil. 3:12-14)